Skip to main content

Oud-Rover-voorzitter Michael van der Vlis overleden

Gisteren bereikte ons het trieste bericht dat oud-Rover-voorzitter Michael van der Vlis op 3 april op 73-jarige leeftijd is overleden. Michael was voorzitter van onze vereniging van mei 2004 tot september 2010. Die functie als aanvoerder van mondige reizigers (Rover-hoofdman) vervulde hij met dezelfde gedrevenheid als zijn eerdere wethouderschap in Amsterdam, van 1978 tot 1990. Ook toen stak hij al nadrukkelijk zijn nek uit voor het openbaar vervoer. Hij was de drijvende kracht achter het begrip compacte stad. Hij wilde meer mensen in de stad, een levendige stad waar het aangenaam wonen en vertoeven was. Bij de compacte stad hoorde in zijn visie ook een sterke rol voor het OV en de fiets. Hij zette zich in voor versterking en uitbreiding van het (snel)tramnet. In zijn visie hoorde bij een stad met aangenaam verblijfsklimaat een zuinig gebruik van de ruimte en een stringent parkeerbeleid. Ook heeft hij veel fietspaden en -bruggen geregeld. Hij had altijd veel creatieve ideeën en was niet bang om zijn vingers te branden. Maar hij besefte ook dat draagvlak en overleg vereist is en onderhield nauwe contacten met allerlei belangengroeperingen. Voor goede voorstellen had hij een gewillig oor. Hij regelde ook dat de ambtenaren met deze groepen om de tafel gingen zitten.

Deze eigenschappen kwamen ook terug in zijn voorzitterschap van Rover. Als eerste voorzitter die niet uit de ‘eigen gelederen’ kwam, bracht hij het politieke aspect sterker in de vereniging. Banden met Kamerleden en het Ministerie werden aangehaald en hij bedacht het concept van de Rover-symposia waar steevast een panel van Kamerleden werd uitgenodigd om op actuele zaken in te gaan. Zijn optreden, waar dan ook, was altijd open, direct en onverschrokken. De belangen van reizigers kon hij fel verdedigen bij de politiek, de overheid en de vervoerbedrijven. Hij zag het grote belang van de Kamer om zaken te bepleiten en de noodzaak van een goede interactie met Minister en Staatssecretaris.

Een van de zaken waarover hij zich bij zijn aantreden als Rover-voorzitter verbaasde was de manier waarop elektronisch betalen in het openbaar vervoer werd ingevoerd. Waarom een aparte kaart en niet meteen een combinatie met de bankpas, die haast iedereen toch al had? En waarom een chipkaartplicht en geen duaal systeem, met simpele kaartjes voor de incidentele OV-reizigers? Het was onbespreekbaar in OV-land, maar de ontwikkelingen hebben hem gelijk gegeven: het losse kaartje is nooit afgeschaft en de bankpas als OV-betaalmiddel komt eraan. Het is een typerend voorbeeld van zijn vooruitziende blik.

Andere onderwerpen die hem na aan het hart lagen waren het (destijds slechte) functioneren van ProRail, gesjoemel met cijfers, de invloed van calamiteiten op het functioneren van het OV, het belang van de reisketen, transparantie en de noodzaak voor investeringen in het OV. Hij schreef er o.a. over in zijn columns die door velen werden gelezen. Hij was een groot bepleiter van de OV-fiets en inspireerde de organisatie daarachter tot de slogan ‘overal een fiets’.

Naast oog voor reizigers had hij ook oog voor het hardwerkende OV-personeel en had hij grote bewondering voor de vele leden die actief waren voor Rover. Hij liet niet na om deze regelmatig in het zonnetje te zetten. Daartoe werd onder zijn voorzitterschap o.a. de Van der Poelpenning bedacht: elk jaar uitgereikt aan een Rover-vrijwilliger die bijzonder verdienstelijk was geweest voor de vereniging. Zelf werd hij bij zijn afscheid van de vereniging in 2010 tot erelid van Rover benoemd.

Michael heeft veel betekend voor Rover en voor het openbaar vervoer in Amsterdam en elders in het land. Wij wensen zijn echtgenote Anne en familie en vrienden veel sterkte bij de verwerking van dit verlies.

Vereniging