Skip to main content
50 jaar Rover

‘We moeten goed nadenken over hoe het OV er over 50 jaar uitziet’

Rover bestaat 50 jaar. In deze laatste editie van de jubileumrubriek vragen we twee Rover-voorzitters om terug te kijken en een blik in de toekomst te werpen.

Editie 5, 2021  |  Sanne van Galen

André Mulder
Foto: Renée Davis

Saskia Kluit
Foto: Martin Oudenaarden

André Mulder was van 1989 tot 1997 voorzitter van Rover. Daarvoor zat hij ook al als secretaris in het bestuur, waardoor hij in totaal ruim 12 jaar bestuurslid was. Saskia Kluit werd in november 2020 tot voorzitter benoemd en is daarmee juist een relatief nieuw gezicht bij Rover.

Vreemd jaar

Het laatste jaar is misschien wel het vreemdste geweest in Rovers 50-jarige geschiedenis. ‘Ik ben pas 11 maanden voorzitter en daarvan zaten we ongeveer een half jaar in lockdown, met alle gevolgen voor het OV’, vat Saskia samen. Toch heeft Rover goed werk verzet, stelt ze. ‘Lokaal en landelijk hebben we ons ingezet om te voorkomen dat tijdens de lockdowns het OV afgesloten werd. Zo konden veel onmisbare werkers in de zorg en het onderwijs toch naar hun werk. En ook nu zijn we onmisbaar om te voorkomen dat onder de noemer van corona het OV fors uitgekleed wordt. Daarin blijkt voor mij wel hoe belangrijk Rover is. Want hoe weten mensen anders dat er enorme bezuinigingen als donkere wolken boven de markt hangen?’

Verzelfstandiging NS

Ook in de tijd van André had de reiziger het moeilijk. Na de verzelfstandiging van NS was de kwaliteit van de treindienst dramatisch. ‘De trein heeft jarenlang bekend gestaan als onbetrouwbaar, en dat was hij helaas ook’, vertelt André. ‘Alles wat sinds de jaren zeventig was bereikt, zoals de sterke uitbreiding van de dienstregeling met onder meer de komst van de intercity, werd in de jaren negentig zo weer ongedaan gemaakt. Eigenlijk werd dit veroorzaakt door twee problemen: de niet goed doordachte splitsing van het bedrijf in NS en ProRail, en het denken in winst in plaats van in reizigers. De minister voelde zich niet verantwoordelijk, omdat NS nu een gewoon bedrijf geworden was – overigens wel volledig in handen van de overheid. Uiteindelijk heeft de minister, onder druk van de Tweede Kamer, toch ingegrepen.’

Rover is er altijd voor de reizigers: toen, nu en in de toekomst!
Foto: Martin Oudenaarden

 

Al 50 jaar op de agenda

Het zou sinds de tijd van André altijd terugkomen in de gesprekken die Rover voert: de reiziger moet weer centraal staan. Andere doelen waarvoor Rover zich inzet, zoals betere bereikbaarheid overal, meer treinen en bussen, en betere toegankelijkheid staan zelfs al 50 jaar lang op de agenda – al verandert de inhoud door de tijd heen. André ziet zowel positieve als negatieve ontwikkelingen in deze jaren. ‘De betrouwbaarheid van de trein heeft zich weer redelijk hersteld en de tien-minuten-trein is in principe een geweldige uitvinding. Maar het OV in dunbevolkte gebieden is verder ingekrompen, dat heeft Rover nauwelijks kunnen tegenhouden.’ Ook Saskia ziet dat het werk van Rover in al die jaren weinig is veranderd. ‘Ik denk wel dat de huidige Rover-vrijwilligers zich tegenwoordig meer moeten buigen over technologische innovaties dan in André’s tijd. Mobility as a Service, betalen met je telefoon, dat soort zaken.’

Overleggen

De manier waarop Rover zich sterk kan maken voor verbeteringen is wel veranderd. Sinds 2000 is het adviesrecht van consumentenorganisaties verankerd in de wet. Sindsdien neemt Rover deel aan het landelijke overlegorgaan Locov en de regionale Rocov’s, om over veel uiteenlopende onderwerpen te adviseren. ‘Dat die organen er zijn maakt het overleg natuurlijk veel eenvoudiger. Maar tegelijkertijd maakt het ons als Rover soms wat ambtelijk, en dat is jammer’, stelt Saskia. ‘De aansprekende manieren van actievoeren van vroeger en de brede verbindingen die we toen maakten met andere organisaties kunnen we nu zeker nog als voorbeeld nemen.’

André was juist nooit zo’n liefhebber van het actievoeren. ‘Ik heb zelf nog wel eens met tegenzin meegefolderd om mensen te laten protesteren tegen de uitholling van het streekvervoer. Het ophouden van mensen die daar geen zin in hebben, is niet zo mijn stijl.’ Eigenlijk was overleg volgens André altijd al belangrijker dan actievoeren. ‘Voordat het Locov en de Rocov’s er waren was Rover veel afhankelijker van contacten met politici en vervoerbedrijven, die we zelf moesten zien te regelen. Al heb ik, samen met de rest van het bestuur en de kantoormedewerker, wel een rol gespeeld bij het tot stand komen van die overlegorganen. Ik durf wel te zeggen dat die zonder de inzet van Rover nooit in de wet terecht waren gekomen.’

Muffe zaaltjes

Niet alleen het adviesrecht kwam onder André tot stand, ook groeide Rover naar een groter kantoor met enkele betaalde medewerkers en verdubbelde het ledenaantal. ‘Rover is professioneler geworden en dat is goed. Hoewel de vergaderingen van het algemeen bestuur – later de adviesraad –

in muffe zaaltjes met al die enthousiaste mensen uit de verschillende afdelingen ook wel hun charme hadden’, stelt André. ‘Deze vergaderingen duurden mij wel iets te lang, mede doordat sommige afgevaardigden in hun enthousiasme de draad van hun betoog kwijt konden raken en al pratende probeerden deze terug te vinden.’ Terwijl Rover zich nu al jaren zorgen maakt om een snel dalend ledental, nam het aantal leden in de tijd van André juist toe van 2000 naar 4000. ‘Dit gebeurde in een periode van ongeveer 10 dagen met als gevolg dat onze kantoormedewerker, die daar in zijn eentje zat, gek werd van alle telefoontjes’, vertelt André. ‘ Ik was daarvoor te gast in het tv-programma van Paul Haenen, die vroeg hoe Rover bereikbaar was. Ik noemde het telefoonnummer, zei: ‘Ik herhaal …’ en noemde het nummer nog een keer. Hilariteit, maar dus ook duizenden telefoontjes. We moeten bedenken dat Rover toen al vrij vaak in het nieuws was. Maar niemand kon ons vinden, omdat er nog geen internet was en we volgens mij alleen in het telefoonboek van Den Haag stonden. We kregen dat ook wel te horen: ik wilde eigenlijk al langer lid worden, maar ik wist niet hoe.’

Het OV op het platteland is door de jaren niet beter geworden
Foto: Martin Oudenaarden        

 

Over 50 jaar

Hoe zal het werk van Rover er over 50 jaar uitzien? ‘Het feit dat de problemen van 50 jaar geleden nog steeds bestaan in het OV, doet mij denken dat deze zelfde problemen er over 50 jaar ook nog wel zullen zijn’, denkt André. ‘Het achterliggende probleem is dat openbaar vervoer sinds de massale opkomst van de auto op de tweede plaats staat, of misschien zelfs op de derde plaats. OV wordt wel gebruikt bij het helpen oplossen van files, maar veel politici en ook de meeste mensen denken bij mobiliteit in eerste plaats aan de auto. Misschien dat dit onder druk van de milieuproblemen gaat veranderen, maar ja, die problemen zijn ook al sinds de jaren zeventig bekend. Rover moet dan ook samen met andere organisaties druk blijven uitoefenen op de politiek om meer te investeren in het openbaar vervoer. Op dit moment gaat er nog altijd meer geld naar wegen.’ Toch is André optimistisch. ‘Ik denk dat snellere railsystemen, die we deels al zien ontstaan, het vervoer op landelijk niveau én in de stadsregio’s sterk zullen verbeteren.’

Langer lopen

Een belangrijk aandachtspunt in de komende 50 jaar wordt toegankelijkheid. Saskia: ‘In een samenleving waar 25% of meer (hoog)bejaard is, zal een hoge instap echt moeten verdwijnen. Rover zal de ontwikkelende vraag blijven agenderen en zo zorgen voor oplossingen.’ Ook André ziet hier een belangrijk aandachtspunt. ‘De afgelopen jaren ging de verbetering van het openbaar vervoer, denk aan de aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam en de introductie van R-Net, vaak gepaard met het opheffen van haltes en het verbreken van rechtstreekse verbindingen. Langer lopen naar de halte en vaker overstappen zijn voor sommige reizigers niet zo’n probleem, maar voor anderen een enorm obstakel. Ik hoop dat Rover eraan kan bijdragen dat een verbetering voor de één niet gepaard gaat met een verslechtering voor de ander.’

Zelfrijdende auto's

Saskia verwacht de komende jaren veel veranderingen. ‘Ik denk wel dat het makkelijker zal worden. Nieuwe technologieën maken de noodzaak om een dienstregeling te kennen minder groot. Door de betere communicatie is al veel van de vroegere onzekerheid weggenomen: reizigers kunnen makkelijk opzoeken of de bus komt en wanneer zij moeten uitstappen.’ Tegelijk twijfelt Saskia of we in de toekomst nog in de bus zitten. ‘Wanneer er zelfrijdende technologie is, ontstaan er zowel in het OV als bij de auto totaal andere verdienmodellen. De vraag voor Rover is wat wij hierin belangrijk vinden. Moet OV collectief blijven? Of gaan we ons inzetten voor hybride vervoer met bijvoorbeeld deelauto’s? En hoe zien steden en dorpen eruit in 2050? Waar zien wij een rol voor onszelf? We moeten als Rover echt goed nadenken hoe het OV er wat ons betreft dan uitziet. Voelen mensen die een collectief deelautosysteem gebruiken zich nog wel OV-reiziger en dus thuis bij Rover? Uiteindelijk moeten mensen zich wel door Rover vertegenwoordigt voelen, anders zullen ze ons ook niet steunen.’

Maar zou Rover überhaupt nog bestaan over 50 jaar? Saskia: ‘Ik ben er altijd een groot voorstander van als belangenbehartigers zichzelf overbodig weten te maken. Dus hoop ik dat we over 50 jaar niet meer nodig zijn en we onszelf op onze 75ste verjaardag met een groot feest hebben kunnen opheffen.’