Skip to main content
Interview provincie Zeeland

Slimme mobiliteit: de reiziger meer centraal?

De OV-wereld is flink in beweging. Zo ook in Zeeland; daar werkt men aan nieuwe vormen van openbaar vervoer onder de (werk)titel Slimme Mobiliteit. Het systeem moet ingaan in 2025. We spraken erover met Maurice Buuron en Steven Meerburg, de medewerkers van de provincie die de nieuwe opzet vorm moeten geven.

Editie 5, 2021  |  Gerda Spaander

Steven Meerburg (links) en Maurice Buuron
Foto: Gerda Spaander

De reiziger zal zeggen: slimme mobiliteit, wat is dat nu weer? Hoezo slim?

Het huidige openbaar vervoer zit in een spagaat, stelt Maurice Buuron. ‘Aan de ene kant willen reizigers in hun directe omgeving op de bus kunnen stappen, om vervolgens zo snel mogelijk naar hun bestemming te komen. Aan de andere kant willen ze vervolgens zo snel mogelijk naar hun bestemming met zo min mogelijk omwegen. En in Zeeland is een reis toch vaak al lang, o.a. door de bruggen en de tunnels. Met weinig inwoners en voorzieningen die vaak op afstand liggen is het een uitdaging om het de mensen naar de zin te maken. Er is lang geprobeerd om het openbaar vervoer op niveau te houden, maar dat wordt steeds moeilijker. En dat komt niet door het geld, want 20 jaar geleden was er evenveel geld voor het OV als nu, met indexering. Maar er dienen zich nu nieuwe mogelijkheden aan. Door de digitale ontwikkelingen wordt het makkelijker om reizen te plannen, waarbij de reiziger meer dan alleen de bus of de trein gebruikt.’

Steven Meerburg vult aan: ‘In plaats van die grote, soms tamelijk lege bussen, die overal langs moeten rijden en er daarom lang over doen, zien we een systeem voor ons waarbij je via een app vervoer op maat kunt regelen. De grote bus rijdt dan niet meer langs ieder dorp. Maar de reiziger komt via b.v. deelbusjes, -auto’s, -scooters en -fietsen bij de bus, die dan vervolgens snel door kan rijden. En er komen steeds meer e-bikes en andere snelle fietsen, ook dat maakt zo’n nieuw systeem mogelijk. Landelijk wordt volop geëxperimenteerd met z.g. MaaS apps: ‘mobility as a service’. Hiermee kunnen reizen worden gepland, geboekt en betaald. Reizigers kunnen de meest passende reisoptie kiezen, binnen hun eigen voorkeuren voor snelheid, prijs en duurzaamheid.’

Dus er gaat iets verdwijnen; er zullen minder grote, ‘vaste’ bussen rijden. Maar hebben reizigers er ook iets bij te winnen?

Buuron: ‘Ja, dat hebben ze zeker. Daar is het de provincie ook om te doen: de reiziger moet meer centraal komen te staan. Waar bij de vorige aanbesteding een aantal vaste bussen is verdwenen, kwamen er buurtbussen en de haltetaxi in de plaats. Buurtbussen zijn op zich goed – zij het niet tijdens corona – maar ’s avonds en in het weekend rijden ze niet. En bij de haltetaxi kan het voorkomen dat je niet via de kortste weg naar je bestemming wordt gebracht. Je moet 1,5 uur van tevoren bellen, abonnementen en de OV-chipkaart zijn er niet geldig, en je moet er contant betalen. De drempels voor die vervoersmogelijkheden maken we straks zo laag mogelijk. Het aanvullende vervoer rijdt – op aanvraag – van ’s ochtends 6 uur tot ’s avonds 11 uur. De aanvraagtijd willen we korter maken dan nu en de betaling is zoals in de rest van het systeem.

Overigens hebben we een aantal sessies met reizigers gehad, waaruit bleek wat zij belangrijk vinden. Het ging ze onder meer om zekerheid, snelheid, betaalbaarheid, flexibiliteit, comfort, prettig wachten.’

Met een app je hele reis regelen en betalen, maar het kan ook per telefoon
Foto: provincie Zeeland

 

Hoe werkt het?

‘In de bebouwde kom heeft iedereen een opstappunt op maximaal 500 meter afstand. En buiten bebouwde kom op niet meer dan 2,5 kilometer. Dat laatste wordt nu vaak niet gehaald. Als er vanaf dit opstappunt geen ‘gewone’ bus rijdt kan de reiziger opstappen op een flextaxi of flexbusje.’

 

Reizigers zullen dus meer overstappen. Dat is niet altijd even comfortabel…

Steven Meerburg: ‘Klopt. Daarom komen er op een aantal drukke overstappunten hubs (Engels voor knooppunten), die meer gemak bieden dan wat we nu gewend zijn. De voorzieningen zijn afhankelijk van het aantal overstappers, maar op zijn minst zijn er een overdekte wachtruimte, een overdekte fietsenstalling en voldoende reisinformatie. En ook de simpelste hub is toegankelijk. Bij de grootste knooppunten kan je ook een toilet verwachten, een verwarmde wachtruimte, wifi, laadpalen voor fietsen en auto’s en nog het een en ander.’

Met een klein busje naar de hub, het mobiliteitsknoppunt
Foto: provincie Zeeland    

 

Het gaat toch niet betekenen dat je iedere reis met een app moet plannen? Dat je niet meer gewoon in de bus of in de trein kunt stappen, al dan niet met behulp van 9292OV of de NS?

Zeker niet, zegt Buuron. ‘Het is de bedoeling om de reiziger te ontzorgen, voor zover dat nodig is. In de genoemde planners staan bus en trein, en ook iets over bijvoorbeeld de haltetaxi. Maar straks zie je alle vervoermogelijkheden, plus dat je gelijk kunt boeken en betalen. Dat is vooral handig als herkomst en bestemming niet vlakbij een bushalte of een station liggen. En dit systeem speelt ook in op vertragingen. Als trein of bus bijvoorbeeld een kwartier te laat zijn, staat het aansluitende busje er nog. De aansluiting wordt alsnog geregeld.’

Het klinkt of slimme mobiliteit alleen iets is voor mensen met een smartphone…

Buuron lacht. ‘Nee hoor, je kunt ook bellen naar de mobiliteitscentrale om een reis te regelen. En betalen met een bankpas, dat doen we nu bijna allemaal. Over passen gesproken: in Zeeland hebben nu de OV-chipkaart, een B-tag voor de boot en een pasje voor de haltetaxi. Straks hebben we één pasje, en dat was ook ooit de bedoeling.’