Skip to main content

Interview

“Het gaat om die kleine momenten waarin je het verschil maakt voor een reiziger”

Zie je een altijd vrolijke NS-conducteur lopen met een rode pet en een markante snor? De kans bestaat dat dit Patrick is. Wij spraken hem over de leuke en minder leuke kanten van het werken op de trein.

Editie 2, 2025  |  Willem Stegeman

Patrick Simonis
Foto: Willem Stegeman

Tijdens een chaotische dag in Nijmegen viel hij op. Het treinverkeer in de avondspits was vastgelopen en er stonden geen NS-medewerkers op het perron. Hij was al uit dienst, maar meldde zich opnieuw aan om reizigers te helpen. Die inzet typeert hem. Zo was hij eerder al eens in het regionale nieuws nadat hij reizigers die waren vergeten om in te checken niet beboette, maar zelf naar beneden sprintte om de incheck voor ze te regelen. Wie is deze bijzondere conducteur?

Rode pet

Patrick Simonis werkt al 23 jaar bij de spoorwegen. Zijn opa werkte ook bij het spoor, in Zutphen, als lampenist – iemand die de olielampen op een trein aanstak. Toch had hij zelf niet verwacht dat het zijn carrière zou worden. Tot zijn eigen verrassing kwam hij door de selecties heen. Al woonde hij niet op de juiste plaats om op de ICE naar Frankfurt te werken, iets dat hij graag had gewild. Wel komt hij als conducteur natuurlijk op veel andere plekken. “Mijn standplaats is Nijmegen, maar we reizen veel met de sprinter naar Dordrecht, Den Helder en Schiphol.” Een conducteur is, alleen of met een collega, verantwoordelijk voor de reizigers in de trein. Patrick is herkenbaar aan de rode pet. “Een overblijfsel van vroeger”, legt Patrick uit. “Niet veel collega’s dragen die meer, maar voor mij hoort het bij mijn rol als conducteur.”

Sociaal en rechtvaardig

Ondanks zijn rol als medeverantwoordelijke NS’er in de trein is er geen sterke hiërarchie op de werkvloer, benadrukt Patrick. “We zijn echt een team. Het sociale aspect is ook erg belangrijk. Er worden bijvoorbeeld reünies georganiseerd voor collega's en oud-collega's.” De trein omschrijft hij als zijn speeltuin, een plek waar hij zich thuis voelt en waar hij al jaren zijn werk met trots uitvoert. Dat werk is heel afwisselend. Of het nu gaat om een praatje maken met reizigers, informatie paraat hebben of optreden in een lastige situatie. “Een conducteur moet sociaal en rechtvaardig zijn”, vindt Patrick. “Er zijn situaties waarin je de regels moet volgen, maar er is altijd ruimte voor een persoonlijke benadering.” Daarbij voelt hij een grote verantwoordelijkheid: “ik kan niet in de cabine blijven zitten als ik niet weet wat er in ‘mijn’ trein gebeurt.”

Een quiz in de trein

Wat gebeurt er dan zoal in de trein? Dat kan van alles zijn. Mensen die in de 1e klas zitten zonder geldig kaartje, iemand die flauwvalt in een drukke trein, reizigers die met een Blauwnetkaart in een NS-trein zijn ingestapt. Begrip heeft hij daar trouwens wel voor: “Het incheck-systeem kan eenvoudiger, vooral voor ouderen. Het is verwarrend als je met meerdere bedrijven reist.” En in de verkeerde trein instappen? Dat is hem zelf ook wel eens gebeurd. Patrick voelt zich verbonden met de organisatie en met de reizigers, zegt hij. “Ik wil altijd dat mensen een fijne reis hebben, zelfs als er iets misgaat. Het gaat niet altijd om de grote dingen, maar om die kleine momenten waarin je voor een reiziger het verschil maakt.” Zo maakt hij wel eens grapjes met reizigers. “Ik heb bijvoorbeeld wel eens een quiz gedaan en reizigers kregen een leuke prijs als ze het juiste antwoord wisten. Zulke kleine dingen maken het werk leuk.” Maar het zijn niet altijd kleine dingen; zo heeft hij zelfs eens een echtpaar moeten herenigen. “De man had beginnende dementie en was plots verdwenen. We moesten bellen om hem terug te vinden. Uiteindelijk kwamen ze weer samen, dankzij de hulp van collega’s die alles goed in de gaten hielden. Dat zijn de momenten waarop je beseft hoe belangrijk ons werk is.”

Een bijzondere ontmoeting

Over echtpaar gesproken: Patrick heeft zelf ook zijn man op het station ontmoet, tijdens een treinstoring nog wel. “Ik was vast komen te zitten in Arnhem en liep rond op het perron. Toen kwam ik hem tegen en we keken elkaar aan. We liepen een beetje om elkaar heen. Uiteindelijk besloot ik de Bijenkorf in te lopen, een toevluchtsoord tegen de verveling. Niet veel later zag ik hem dezelfde richting inslaan. Alsof het toeval ons steeds weer samenbracht. Ik schreef een briefje met mijn telefoonnummer en legde het op een stapel overhemden. Dit ging nog bijna mis: een andere man pakte het briefje en dacht dat het voor hem was. Maar uiteindelijk liep het uit op een ontmoeting. Een trein die niet reed bracht mij de liefde van mijn leven.”

Nijmegen: uitvalsbasis van Patrick
Foto: Martin Oudenaarden

 

Koffiebonnen

Voor de meeste reizigers pakt een grote storing helaas niet zo mooi uit. Patrick moet dan volop aan de bak, en dat doet hij dan ook. “Ik ben geen type dat van negen tot vijf werkt. Als het uitloopt, dan werk ik gewoon langer. Vorig jaar, tijdens de grote stroomstoring in Hilversum, heb ik gewerkt tot mijn spoortelefoon uitviel. Ik heb toen mijn eigen telefoon gebruikt om de bijsturing te bellen.” Maar wat kun je dan zoal voor reizigers doen in deze situaties? “Bij een incident is het belangrijk dat je ze goed informeert”, zegt Patrick. “En we kunnen bij calamiteiten nog steeds koffiebonnen uitdelen. Onlangs kwam er een meisje naar me toe en zei: ik ken u nog, u heeft mij jaren geleden thee aangeboden toen ik overstuur was. Dat doet je echt goed.”

Nachtmerrie

Raakt Patrick zelf wel eens overstuur? “Ik heb eens een nachtmerrie gehad die erger was dat de aanrijding waardoor hij werd veroorzaakt”, geeft Patrick toe. “De begeleiding na een incident was vroeger minder intensief dan nu. Tegenwoordig is dat goed geregeld. Je krijgt een paar dagen vrij, je kunt praten met professionals en je krijgt psychologische hulp aangeboden. Je krijgt de tijd en hulp die je nodig hebt. Ik hoef niet wakker te liggen. Maar ik zorg er ook voor dat ik niet met negatieve gevoelens naar huis ga. Soms doe ik iets luchtigs met reizigers om mezelf te ontladen.”

Brug bij Ravenstein

Maar soms maken reizigers het juist onmogelijk om de situatie luchtig te houden. Vijftien jaar geleden stapten twee mannen in op station Oss en gedroegen zich vreemd. Bij de kaartcontrole escaleerde het al snel. “Eén van de mannen bedreigde me zelfs met een mes. Ik ga jou doodsteken, riep hij. Het was heel eng. Ik was in paniek, maar tegelijkertijd moest ik mijn hoofd koel houden. Ik zei: ga je gang, ik heb getuigen genoeg. En waarschijnlijk heeft dat hem een grens doen voelen. Ik probeerde geen confrontatie aan te gaan, maar tegelijkertijd wilde ik niet zwak overkomen. Ik ben gered door de brug bij Ravenstein. Tweebaans wordt daar even eenbaans, en dan schommelt de trein een beetje. Daardoor kon ik snel ontsnappen.”

Rust bewaren

Er ontspoorden wel vaker reizigers. “Er was een groep in Nijmegen die me bedreigde, en die wisten waar ik woonde”, vertelt Patrick. “Een andere keer had een oudere man geen kaartje en begon te schelden. Dit escaleerde ook enorm.” Patrick werd tweemaal bespuugd, waardoor hij verblind werd. “Uit zelfverdediging moest ik toen om me heen trappen. De machinist en mijn collega kwamen erbij, en de politie werd gebeld.” Gelukkig weet Patrick dit soort situaties vaak te voorkomen. “Bij incidenten probeer ik altijd mijn rust te bewaren. Het helpt om met reizigers te praten of zelfs een grap te maken om de spanning te doorbreken. Soms worden ze boos als er vertraging is. Maar als je ze uitlegt wat er aan de hand is, is de boosheid vaak snel over.”

Loyaal aan reizigers

Patrick blijft vooral positief. “Ik spoor misschien niet,” grapt hij, “maar ik spoor wel goed.” Hij kijkt met trots naar zijn jaren bij NS en hoopt nog lang door te kunnen werken. “Officieel nog elf jaar, maar als alles goed gaat misschien nog een jaartje langer. Ik ben loyaal aan het bedrijf, en vooral aan de reizigers. De trein is een deel van mijn leven en NS is een geweldig bedrijf. Mocht ik niet meer op de trein kunnen werken dan hoop ik op een andere functie, bijvoorbeeld richting pers. En ik heb ideeën over hoe dingen beter kunnen. Soms denk ik weleens: waarom vragen ze mij niet om advies?” zegt hij met zijn welbekende glimlach.