Overpeinzingen van een eersteklasser
Vroeger het domein van krijtstreepmannen; nu geplaagd door grijsrijders. Is 1e klas nog de meerprijs waard – en zo niet, wat moet er verbeteren?
Editie 2, 2025 | Gerda Spaander

1e klasse in een sprinter
Foto: Gerda Spaander
Ooit stond reizen in de eerste klas ver van mij af. Veel te duur, en iets voor deftige mijnheren. Toen ik zo’n 30 jaar geleden een stel klasverhogingen kreeg kon ik de eerste klas eens van binnen bekijken, en inderdaad, dat was reizen op stand, en wat mij betreft heel prettig. Ook een soort stiltecoupé voordat die echt bestond. Maar goed, nog steeds te duur.
Dat veranderde toen ik 65 werd. Toen kon ik voor mijn abonnement kiezen tussen nog steeds 2e klas maar dan goedkoper, of 1e klas voor dezelfde prijs. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: dat werd een overstap naar de 1e klas. Waar ik overigens andere reizigers zag dan destijds: minder krijtstreepmannen, meer vrouwen, minder stilte, soms zelfs in de echte stiltecoupés. En regelmatig mensen zonder 1e klas kaartje, maar daarover later. Nog wel de ruimere zitplaatsen in 2-1 opstelling (behalve in de sprinters), altijd armleuningen en meer kans op een zitplaats, meer usb-aansluitingen en stopcontacten, en in het algemeen een rustiger reis.
Dit waren mijn overwegingen. NS heeft een marketingreden: “We weten uit onderzoek dat we met de 1e klas een groep reizigers bedienen die anders de trein links laat liggen en voor ander vervoer kiest. We willen ook voor deze groep reizigers voorzien in de behoefte’.

Minder goede herkenning aan de binnenkant
Foto: Gerda Spaander
Bestaansrecht van de 1e klas
Bij een opiniepeiling van het programma Radar wilden ongeveer evenveel mensen de 1e klas afschaffen als behouden. Het stak ‘afschaffers’ met name als de mensen in de 2e klas of in het halletje moesten staan, terwijl er in de 1e klas nog lege stoelen waren. Hoe NS eigenlijk om met de verdeling tussen 1e en 2e klas stoelen? “Die staat vast, maar verschilt wel per treintype,” reageert NS-woordvoerder Anita Middelkoop. “Voor intercity’s is 15-22 procent van de stoelen 1e klas; bij sprinters is dat 13-22 procent. We doen voortdurend onderzoek naar de juiste indeling van de trein, waarbij de reizigersbehoefte een bepalende factor is. […] Voor beide klassen streven we naar voldoende kans op een zitplaats. In de nieuwe dubbeldekkers die we eind 2022 hebben besteld, wordt bijvoorbeeld 16 procent eersteklas.” Maar in deze treinen, die waarschijnlijk in 2029 gaan rijden, krijgt de 1e klas wel een 2-2 stoelopstelling – dat klinkt als een verslechtering.

Extra herkenningsstrepen aan de buitenkant
Foto: Gerda Spaander
Grijsrijders
Het is misschien niet aardig, maar soms denk ik van medereizigers wel te kunnen inschatten dat ze niet een 1e klas kaartje hebben gekocht. Heel af en toe blijkt bij de controle (als die er is) dat ik fout zit; meestal niet. Overigens maakte ik het ook andersom mee: een reiziger die ik zou inschatten als een uitgesproken 1e klastype dat toch echt naar de 2e klas moest verhuizen. Gênant.
Bij controle is de standaardreactie dat iemand van niets weet. En de standaardreactie van de conducteur is dan dat de reiziger de coupé uit moet. Meer niet. Dus een gewiekste 2e klasser gaat gewoon in de 1e klas zitten, doet bij controle of hij/zij achterlijk is en dat was dat. Wordt er niet gecontroleerd, dan is het helemaal makkelijk. Conducteurs kunnen een boete van € 50 opleggen, maar dat heb ik nog nooit meegemaakt. Desgevraagd vertelden een paar conducteurs me dat ze dat wel eens doen, maar het lijkt erop dat zij een onvriendelijke of agressieve reactie liever vermijden. “Het is aan het vakmanschap en ervaring van onze collega’s op de trein om dit in te schatten”, zegt Anita Middelkoop.

Waarschuwing!
Foto: Gerda Spaander
Aanduiding op en in de trein
Een argument van bovengenoemde reizigers is dat ze niet hadden gezien dat ze in een 1e klas coupé zaten. Nu is dat mij in België ook ooit overkomen, en naderhand vond ik dat redelijk stom van mezelf. Maar zijn de klas-aanduidingen inderdaad voor verbetering vatbaar?
In elk geval wordt de klas op diverse manieren aangegeven. Aan de buitenkant staat het klasnummer en boven de ramen van de 1e klas coupés een streep. In dubbeldekkers staat er een klasaanduiding op of bij de trapleuning, en op de kopse wand meestal een 1 of een 2. Misschien zou die groter kunnen. En een grote aanduiding op de binnendeuren, waaronder de deuren tussen 1e en 2e klas, zou goed zijn. Of zelfs op de tafeltjes. Dat 1e klas stoelen vaak rood zijn zal niet iedereen weten; als het er 1+2 naast elkaar zijn in plaats van 2+2 moet dat toch wel opvallen.
1e klas over de grens
Hoe is de 1e klas buiten Nederland? Grofweg: van zeer comfortabel tot nauwelijks verschil met de 2e klas. Langeafstandstreinen in het buitenland hebben heel vaak een comfortabele afdeling 1e klas. Zoals de Duitse ICE, de Oostenrijkse Railjet en de Zwitserse IC en IR. De stoelen staan er altijd in 1+2-opstelling. En in Duitsland en Oostenrijk is het niet nodig om zelf naar het barrijtuig te gaan: hap en drank worden op bestelling geserveerd op je 1e klas zitplaats. De Duitse dubbeldeks IC-rijtuigen die o.a. langs de Rijn rijden tussen Keulen en Mainz en in het noorden tussen Leer en Leipzig hebben een wat minder comfortabele reputatie. Velen vinden het rijtuigen voor regionale treinen met betere stoelen. Maar evengoed is het zeker geen straf om een tijdje in de 1e klas van deze rijtuigen te reizen.
In België wisselt het comfort van de 1e klas in de langeafstandstreinen sterk. Comfortabel in de bijvoorbeeld de IC-treinen tussen Antwerpen, Gent en Poperinge/Lille. Goed te doen in de nieuwste dubbeldeks IC-rijtuigen tussen Oostende en Eupen. Maar ronduit slecht als er stoptreintreinstellen rijden als IC-treinen. En dit gebeurt dagelijks, bijvoorbeeld tussen Antwerpen en Brussel en tussen Antwerpen en Oostende. Het verschil tussen 1e en 2e klas is in de regionale treinen vaak kleiner, ook in het buitenland. En net als in Nederland (Arriva) is er soms geen 1e klas.
Martin Oudenaarden