Van de Moerasdraak naar de Lichtstad : Den Bosch - Eindhoven
Het zal u verbazen, maar niet Den Bosch of Eindhoven was in de beginjaren van deze spoorlijn het belangrijkste spoorwegknooppunt in deze regio, maar Boxtel. In 1865 werd het traject Tilburg-Boxtel van staatsspoorlijn E geopend en vanuit Boxtel begon men in de jaren daarna aan de trajecten richting Eindhoven (het vervolg van staatslijn E) en richting ’s-Hertogenbosch, onderdeel van staatslijn H (Utrecht-Boxtel).
De reis naar Eindhoven is maar kort, met de intercity 18 minuten. De sprinter, die vier keer stopt, doet er tien minuten langer over. Toch is er veel te zien onderweg. Wie daarin geïnteresseerd is, kan het beste vanuit ’s-Hertogenbosch aan de rechterkant bij het raam gaan zitten.

Editie 4, 2025 | Geri van Ittersum

Overkapping station
’s-Hertogenbosch kreeg zijn eerste station in 1868. Het huidige station is alweer het vierde. Het meest monumentale was het tweede station van 1896. Dat werd tijdens de operatie Market garden in 1944 grotendeels vernield. Een onbekend dichter verwoordde dat zo;
Den Bosch bezat een schoon station, dat men de stad benijden kon, Een oorlog komt, het wordt gekraakt, de daders worden zeer gelaakt, Nu welt de vraag ons naar de keel: hoe krijgen wij dat ding weer heel?
Gelukkig kreeg men de overkapping wel weer 'heel'. De stalen constructie is volledig gerestaureerd en het station is een nu een rijksmonument.

Moerasdraak
Meteen na de bebouwde kom van Den Bosch gaan we een kanaal over. Dit is het afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch-Drongelen. Het is in het begin van de vorige eeuw gegraven om wateroverlast in de lage gebieden rondom de stad te voorkomen. De riviertjes de Dommel en de Aa hadden hier in de loop der eeuwen een moerasgebied veroorzaakt. Dat zorgde er tijdens 80-jarige oorlog voor dat de stad moeilijk in te nemen was. Vandaar de bijnaam Moerasdraak. Het overtollige water wordt nu via dit kanaal bij Drongelen in de Maas geloosd.

Fort Isabella
Een kilometer verder zien we aan de rechterkant een wal. Deze maakt onderdeel uit van Fort Isabella. Het fort is gebouwd rond 1615 ter verdediging van ‘s-Hertogenbosch. Het maakte deel uit van de zuiderverdedigingslinie. Het is vernoemd naar aartshertogin Isabella, dochter van Filips II. Het is in de eeuwen daarna in verval geraakt en in 1915 is het complex grotendeels gesloopt en is er een kazerne in gekomen. Het fort heeft nu geen militaire functie meer, want het terrein is herontwikkeld en er zijn woningen en bedrijven gevestigd. Dat geldt ook voor het gebouw, dat vanuit de trein te zien is, ingeklemd door de restanten van de wal.

Dove gevel
Vrijwel aansluitend zien we een muur van baksteen dat wel onderdeel lijkt uit te maken van het voormalige fort. Maar dat is niet het geval, deze 'muur' is onderdeel van een nieuwe woonwijk van Vugt. De woningen langs het spoor staan met een zogenaamde dove gevel met de rug naar het spoor.

Kamp Vught
De eerste halteplaats, althans voor de sprinter, is Vught. De meesten kennen deze plaats alleen van Kamp Vught, een van de drie concentratiekampen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf station Vught werden in 1943/44 ca 14.000 mannen en vrouwen en 1.800 kinderen, merendeels joden, afgevoerd naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Aan de spoorzijde van het stationsgebouw is een gedenkplaat aangebracht (zie pijl op foto). Het gebouw zelf is nog van 1866. Het is een standaard station van de vierde klasse. In de komende jaren wordt het spoor bij Vught verdiept aangelegd in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer tussen Meteren en Boxtel.

Esschestroom
Het deel van de provincie Noord-Brabant waar we doorheen rijden, bestaat uit zandronden, zogenaamde dekzanden, ontstaan tijdens de laatste ijstijd. Deze worden doorsneden door beekdalen. Tussen Vught en Boxtel rijden we door zo’n beekdal, dat van de Esschestroom.
Een kilometer voor Boxtel zien we aan de rechterkant de recreatieplas De Langspier. “Een fraai in het groen gelegen park met een natuurzwembad. Helder water, afgebakende zwemgedeeltes, een uitgestrekt zandstrand, een mooie speeltuin en groene ligweiden nodigen uit voor een dagje waterplezier”. Aldus de website van de uitbater van de plas. De plas is ontstaan als gevolg van zandafgravingen.

Varkens geslacht
Vlak na station Boxtel zien we een groot fabriekscomplex aan de rechterkant. Het is het hoofdkantoor en tevens grootste productlocatie van Vion. Hier worden wekelijks – volgens hun eigen website – 70.000 varkens geslacht door 1700 medewerkers. Het bedrijf heeft in totaal 17 vestigingen in Nederland en Duitsland. Het heeft naar eigen zeggen het dierenwelzijn hoog in het vaandel staan, maar dat is iets waar de actiegroep Wakker Dier anders over denkt.

De Spriet
Tussen Boxtel en Best komen we door het Groene Woud, een aaneenschakeling van bos en natuurgebieden. Omdat de spoorlijn dit gebied doorsnijdt, is er over het spoor in 2020 een natuurbrug aangelegd door ProRail: het ecoduct De Mortelen.
Wat zien we nou ineens aan de rechterkant vlak voor we de bebouwde kom van Best inrijden? Een wel erg scheve lantaarnpaal met speelgoedhuisjes in de top lijkt het wel. Dat moet wel een kunstwerk zijn. Dat is het ook, het heet De Spriet en is gemaakt door Auke de Vries. Op de website van de gemeente Best staat het zo verwoord: “ De Spriet maakt zich los van de aarde en wekt de illusie dat hij een reis door de lucht maakt, de ruimte boven het dorp waarin je kan omzwerven. Dat is het domein van wind en snel veranderende luchten”. Kortom: het beeld moet je fantasie aanwakkeren.

Wilhelminakanaal
Bij station Best gaan we een bijna 2 kilometer lange tunnel in. Deze is in 2002 aangelegd om enkele drukke overwegen te vermijden. De aanleg heeft ook te maken met het plan om het hele tracé tussen Amsterdam en Eindhoven (en in een verre toekomst nog verder naar Aken) geschikt te maken voor treinsnelheden tot 200 km per uur. En daar horen geen overwegen bij.
Een kilometer na de tunnel kruisen we het Wilhelminakanaal, ruim honderd jaar geleden aangelegd om Noord-Brabant te ontsluiten voor de scheepvaart. Het verbindt de Maas bij Geertruidenberg met de Zuid-Willemsvaart verder oostelijk.

Philips
Het laatste station voor Eindhoven is Strijp-S, vernoemd naar het stadsdeel Strijp. De toevoeging S slaat op het eerste bedrijvenpark dat Philips hier in 1916 vestigde. Dat we de stad van Philips binnenrijden zal niemand ontgaan. Op diverse gebouwen aan de rechterkant is de naam te zien. Op de achtergrond vallen twee schoorstenen op. Deze zijn van de oude energiecentrale van Philips. Ze zijn 76 meter hoog. Het zijn de meest imposante tweelingschoorstenen die er nog staan in Nederland volgens Arjen Barnard, schrijver van het boek 'Fabrieksschoorstenen in Nederland'. Ze zijn gerestaureerd en hebben een monumentale status.

Gloeilampen
We zien rechts nog een enorme muurschildering met klimmende kinderen en gloeilampen op de achterkant van het kantoorpand Donna. Het is een creatie van illustrator Geert Retera. De tekst is van rapper Frescu.
De gloeilampen, die symbool staan voor Philips en Eindhoven, zorgden voor de bijnaam Lichtstad, maar gloeilampen worden er al heel lang niet meer gemaakt. Het bedrijf richt zich nu met name op gezondheidstechnologie. Eindhoven doet de naam lichtstad wel jaarlijks eer aan tijdens het GLOW Festival. Dat is een gratis lichtkunstfestival waarop kunstenaars en ontwerpers uit binnen- en buitenland lichtkunst- en designtoepassingen tonen die tot stand zijn gekomen door het gebruik van nieuwe mediatechnologieën. Het eerstvolgende festival vindt plaats van 8 tot en met 15 november 2025.

Philips stadion
Dan krijgen we eveneens op rechts het volle zicht op het Philips stadion, de thuishaven van PSV, de huidige (2025) landskampioen. En dat is niet de eerste keer voor de Philips Sport Vereniging. Sinds de oprichting in 1913 werd de club 26 keer kampioen van de Eredivisie.

Station Eindhoven
Het station Eindhoven behoort tot “de Collectie”, een verzameling van 50 bijzondere stations, die zijn beschreven in het gelijknamige boek. Het is ook een rijksmonument vanwege zijn architectonische en materiële gaafheid en de herkenbaarheid. Het dateert van 1956 en is ontworpen door K. van der Gaast. De doorgaande reiziger ziet echter alleen de perronoverkapping, weliswaar ook bijzonder vanwege de elementen van Baileybruggen die erin zijn verwerkt. U kunt hier overstappen op de intercity naar Venlo of doorreizen naar Roermond en Maastricht . Maar waarom zou u niet uitstappen om het in 2018 met oog voor historie verbouwde station eens goed te bekijken.